Het voertuigtoestel (On-Board Unit, OBU) wordt automatisch ingeschakeld wanneer het contact wordt ingeschakeld. De bestuurder is verplicht om voor elke rit te controleren of het juiste toegelaten totaalgewicht van het voertuig en, voor voertuigen van meer dan 18 t, het juiste aantal assen is ingesteld. Zo niet, dan moet de informatie worden aangepast. Met behulp van GPS-satellietsignalen herkent het voertuigtoestel waar het voertuig zich bevindt en stuurt deze ritgegevens en de voertuigspecifieke kenmerken gecodeerd en met een tijdvertraging naar het rekencentrum. In het rekencentrum van Toll Collect worden de rijgegevens toegewezen aan het tolplichtige wegennet. De tol voor de tolplichtige trajecten wordt daarna in het rekencentrum op basis van de voertuigspecifieke tariefkenmerken (as-, gewichts- en milieuklasse) berekend.